INFORMATIE VOOR VERWIJZERS.
Het Forensisch Centrum voor Adolescenten (FCA) biedt een Forensisch Programma op Maat (FPM) en verblijf in het Fasehuis aan. Hieronder vindt u meer informatie over de behandelkaders, de werkwijze van het FCA, het FPM, behandelingen en interventies en de verblijfszorg.
Behandelkaders
Cliënten worden door de rechter geplaatst bij het Forensisch Centrum voor Adolescenten (FCA) op strafrechtelijke titel en in sommige gevallen op civielrechtelijke titel. Het FCA werkt nauw samen met de gezingsvoogd, jeugdreclasseringswerker en/of toezichthouder van de cliënt.
Plaatsing bij FCA kan alleen via de Jeugdwet:
- Schorsende voorwaarde
- Bijzondere voorwaarde in een voorwaardelijk strafkader
- Gedragbeïnvloedende maatregel
- Voorwaardelijk PIJ
- Civiel rechtelijk met een OTS en machtiging uithuisplaatsing
Kenmerken doelgroep:
- Complexe meervoudige problematiek
- Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, zoals FAS, autisme en/of ADHD
- Functioneren op het niveau van een licht verstandelijke beperking (LVB)
- Een hechtingsstoornis of trauma gerelateerde stoornis
- Een gedragsstoornis en een zich ontwikkelende persoonlijkheidsstoornis (cluster B)
- Problematisch middelengebruik
- Ontwikkelingsfase jongvolwassene (ASR)
- Recidiverende politie- en justitiecontacten vanwege ernstig delictgedrag
- Hoge recidivekans voor ernstig delictgedrag
- Hoge en intensieve ondersteuningsbehoefte
Uitsluitingscriteria:
- Afwezigheid LVB-criterium
- Een zich ontwikkelende psychiatrische stoornis in engere zin (schizofrenie, bipolaire stoornis)
- Een primaire en dominante verslaving waardoor behandeling niet van de grond komt
- Onbeheersbare en onvoorspelbare directe agressie
- Een lage tot matige behandel- en ondersteuningsbehoefte
- Een laag recidiverisico
Werkwijze FCA
Hoe ziet onze behandeling eruit en wat wordt er verwacht van de jeugdreclassering (toezichthouder)?
De behandeling zal worden aangegaan voor gemiddeld twee jaar. In het eerste jaar zal er naast (proces)diagnostiek, het opbouwen van een behandelrelatie, het in kaart brengen van het systeem, gestart worden met de behandeldoelen. In de praktijk wordt geoefend met nieuw gedrag en inzichten.
- Op de theoretische therapiedagen (dinsdag en donderdag) krijgen de cliënten de theorie aangeboden en tijdens de praktijkdagen wordt hiermee in het alledaagse geoefend.
- Eén keer in de 6-8 weken vindt op de donderdag een regie dag plaats waar naast de client ook andere betrokkenen zoals ouders, toezichthouder en voogd geïnformeerd worden over het behandelverloop. De behandeldoelen worden nagelopen en indien nodig afgestemd en bijgesteld.
- Aan het einde van het eerste behandeljaar is de delictanalyse en risicotaxatie afgerond.
- Het is belangrijk dat in ieder geval de toezichthouder of een vervanger op de theoretische behandeldagen (dinsdag en donderdag) werkzaam en beschikbaar is voor overleg en afstemming.
- De toezichthouder zal daarnaast fysiek op de regiedagen aanwezig moeten kunnen zijn.
- Hij/zij kan na afstemming met de wooncoördinator op alle dagen zijn/haar client in het fasehuis komen bezoeken.
- In het geval van bijzonderheden, incidenten of een contra-indicatie voor voortgang zal meteen moeten kunnen worden afgestemd met de toezichthouder of zijn/haar vervanger.
In het tweede jaar zal verder worden geïnvesteerd in de implementatie van nieuw aangeleerd gedrag (herhaling) en in het vasthouden aan beschermende factoren. Er zal daarnaast worden begonnen met het voorbereiden van het uitstroomtraject. Dat betekent dat er bepaald wordt in welke regio een client zal gaan uitstromen en waar hij/zij gaat wonen en werken. Dit zal bij de meeste cliënten gepaard gaan met de aanvraag van een WLZ dan wel WMO indicatie. Er zal stapsgewijs worden afgebouwd waarbij cliënt eerst een aantal dagen op zijn nieuwe woonplek gaat oefenen maar zijn/haar kamer nog behouden blijft in het Fasehuis (laatste 6-3 maanden), waarna, als alles goed gaat, de woonplek bij het FCA definitief wordt stopgezet (laatste 3 maanden) en nog alleen wordt voortgegaan in behandeling.
Hoe informeren wij u over voortgang behandeling?
We streven ernaar om naast een plaatsingsverslag, na drie maanden een eerste voortgangsverslag te schrijven en vervolgens om de zes maanden schriftelijk verslag te doen betreffende het behandelverloop en de risicotaxatie. Deze rapportages maken onderdeel uit van het behandeldossier.
Daarnaast vindt er dagelijkse rapportage plaats tussen het behandel- en woonteam om elkaar te informeren over het verloop en de bijzonderheden. In het geval van bijzonderheden en incidenten zullen deze via de mail of telefoon (afhankelijk van het tijdstip) worden gedeeld met de toezichthouder en voogd, en bij toestemming ook met ouders.
Een algemene wekelijkse update kan worden verstrekt door het sociaal maatschappelijk werk. Zij zijn voor u het directe aanspreekpunt bij vragen of onduidelijkheden, tenzij dit anders is afgesproken. Er kan altijd telefonisch contact worden opgenomen met de wooncoördinator van het Fasehuis.
Voorwaarden voor plaatsing:
Er is een stevige stok achter de deur nodig in de zin van een dwingend behandelkader om in te kunnen zetten als behandelinterventie op het moment dat er sprake is van een contra-indicatie of ernstig regel overtredend gedrag waardoor de veiligheid in het gedrang komt.
Met een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) of voorwaardelijke PIJ maatregel i.p.v. een (deels)voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde, is er meer ruimte binnen de behandeling voor een time-out en reset op het moment dat er sprake is van een contra-indicatie voor behandeling of van ernstig regel overtredend gedrag. Dit geldt ook voor de noodzakelijkheid van een voorwaardelijke machtiging uithuisplaatsing, op het moment dat het strafkader onvoldoende ruimte biedt.
Wanneer is er sprake van een contra-indicatie?
Een incident hoeft geen contra-indicatie te zijn, maar meerdere incidenten of een aanhoudende opeenstapeling van incidenten kan wel leiden tot een contra-indicatie. Dit geldt ook voor aanhoudend ernstig regel overtredend gedrag. In hoeverre er sprake is van een contra-indicatie voor voortgang behandeling wordt bepaald door de regiebehandelaar. Voordat een behandeling definitief wordt stopgezet zal samen met de toezichthouder gekeken worden naar herstelmogelijkheden. Daarvoor is het nodig om tijdelijk op te schalen in zorg.
Wat betekent opschalen in zorg?
Opschalen in zorg betekent dat de behandeling nog niet wordt stopgezet omdat er nog ruimte aanwezig is voor voortzetting van de behandeling. Dat houdt in dat de behandelplek voor de client behouden blijft, ook al betekent dit dat client tijdelijk niet aanwezig is omdat hij/zij voor een reset elders verblijft. De interventies die kunnen worden ingezet zijn:
- De cliënt zal een tijdelijke klinische behandeling moeten ondergaan (bijvoorbeeld in een detox) waarna hij/zij kan terugkeren in behandeling.
- De schorsing kan worden opgeheven en een cliënt wordt weer in verzekering gesteld, waar behandeling voortgaat en beoordeeld wordt of een terugkeer is aangewezen.
- Een time-out wordt ingezet in het kader van een gedragsbeïnvloedende maatregel en een cliënt gaat tijdelijk voor een herstel terug naar de JJI waar behandeling wordt voortgezet, waarna een terugkeer in het Fasehuis kan worden voorbereid.
- Een cliënt wordt teruggemeld in het kader van een voorlopige tenuitvoerlegging of terugmelding van de maatregel waarna nog kan worden onderzocht of een terugkeer in behandeling haalbaar en wenselijk is.
Wat betekent een vroegtijdige beëindiging van de behandeling?
De behandeling wordt stopgezet met een officiële beëindiging aangezegd door de toezichthouder. Er wordt vervolgens gestart met het nazorgtraject en afwikkelen van de zorg (kamer) en het dossier. Het nazorgtraject neemt twee weken in beslag. Het FCA zal de client en zijn/haar netwerk gedurende deze twee weken begeleiden in dit proces. Vroegtijdige beëindiging gaat vaak gepaard met veel emotie omdat men teleurgesteld is en uiteindelijk had gehoopt dat de behandeling op positieve wijze afgerond zou worden. Het voeren van ondersteunende gesprekken met client en netwerk, als het evalueren met de toezichthouder en het opstellen van een eindverslag maken hier onderdeel van uit.
Wachtlijst
Het Forensisch Programma op Maat (FMP)
Het Forensisch Programma op Maat (FPM) staat voor een geïntegreerde aanpak van ontwikkelprogramma’s en interventies gericht op stabilisatie van onze cliënten en stressreductie. Het wordt aangeboden door een multidisciplinair behandelteam bestaande uit een forensische GZ-psycholoog met kennis op het gebied van de forensische jeugd- en volwassen GGZ (regiebehandelaar), psychologen en sociaal maatschappelijk werkers. In een multidisciplinair overleg worden de behandeldoelen vastgesteld en wordt de voortgang gemonitord. Daarnaast vindt regelmatig uitvoeringsoverleg plaats met ketenpartners.
Het FMP is:
- Is een specialistische deeltijdbehandeling
- Een alternatief voor gesloten jeugdzorg of plaatsing in een PIJ-instelling
- Behelst een intensief programma van 2 tot 7 dagdelen per week
- Wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team
- Is gericht op stabiliteit, groei en afname van delinquent gedrag
- Heeft een gemiddelde doorlooptijd van circa anderhalf jaar
Het voornaamste doel van het FPM is het tegengaan van een (verdergaande) criminele carrière en het verlagen van de risicofactoren voor het (opnieuw) plegen van een ernstig geweldsdelict of ernstig overlast gevend gedag. Vanwege de lange hulpverleningsgeschiedenis en de aard en ernst van de problematiek van onze cliënten, wordt een behandeling in geslotenheid vaak niet (meer) wenselijk geacht. Tegelijkertijd is resocialisatie een ingewikkeld traject. Onze cliënten hebben een grote structuurafhankelijkheid en pedagogische ondersteuningsbehoefte, maar ook een enorme drang naar autonomie en zelfstandigheid. Een juiste bejegening van onze cliënten is essentieel voor het opbouwen van een goede behandelrelatie. Dat betekent enerzijds dat zij ruimte moeten krijgen om fouten te maken en dat anderzijds stevig grenzen moeten worden gesteld. Het FCA heeft kennis in huis van zowel de forensische jeugd- als volwassenzorg, de kaders en mogelijkheden waarbinnen forensische zorg kan worden opgelegd en van forensische diagnostiek.
Het FPM is een ambulant traject waardoor verdere institutionalisering tegen wordt gegaan. Een positieve persoonlijkheidsontwikkeling en gedragsverandering worden gestimuleerd in een representatieve leefomgeving buiten. Hier wordt de theorie gekoppeld aan de praktijk. Interventies die worden ingezet zijn onder meer het in kaart brengen en stimuleren van het sociale netwerk van de cliënt, technieken voor het verbeteren van de emotieregulatie en conflicthantering, oefenen met sociale vaardigheden en competenties (middels therapie, trainingen en real life coaching).
Deeltijdbehandeling
Het Forensisch Programma op Maat is een deeltijdbehandeling die ingezet wordt in het kader van een straf, maatregel of resocialisatietraject, waardoor de (nu nog) kwetsbare, te beïnvloeden jongere, in een dwingend kader, wordt gestimuleerd zich te committeren aan een intensief individueel weekprogramma. De cliënt verblijft thuis of in de woonvoorziening van het FCA. Deelname aan het FPM sluit goed aan op de behandeling die wordt geboden binnen de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen, omdat onder meer gewerkt wordt met dezelfde behandelprogramma’s waarvoor licenties zijn verkregen (zie Interventies).
Afhankelijk van de zorgbehoefte neemt de cliënt meerdere dagdelen per week deel aan de behandeling (minimaal 2 en maximaal 7 dagdelen). De behandelintensiteit is afhankelijk van de zorgbehoefte en neemt gaandeweg af, bijvoorbeeld wanneer een cliënt een dagbesteding heeft gevonden en stabieler is geworden. Indien een jongere bij aanmelding geen dagbesteding heeft, kan het FPM bestaan uit zeven dagdelen. Wanneer de jongere een opleiding, werk of andere zinvolle eigen dagbesteding heeft gekregen, zal de intensiteit worden teruggebracht naar 4 tot 2 dagdelen per week. Het gehele traject duurt gemiddeld zo’n anderhalf jaar.
Het FPM behelst vier behandelfases:
- Startfase > diagnostiek en sociaal netwerk in kaart brengen
- Implementatiefase > hoge behandelintensiteit
- Veranderfase > verlaging behandelintensiteit
- Afsluit- of Onderhoudsfase > beëindiging dan wel mogelijke doorstroom naar lichtere vorm van zorg
Startfase
In de startfase wordt met name geïnvesteerd in het opbouwen van een relatie met het behandelteam en het leggen van de basis voor de verdere behandeling. De cliënt wordt bekend gemaakt met de aanpak en de programma’s van het FCA, het sociale netwerk wordt in kaart gebracht en het contact met de bij deze cliënt betrokken ketenpartners wordt opgepakt zodat een sluitend systeem rondom de cliënt ontstaat.
De startfase eindigt met het vaststellen van een behandelplan met concrete doelen en regels dat elke maand geëvalueerd en indien nodig bijgesteld wordt door het behandelteam.
In de startfase wordt met name geïnvesteerd in het opbouwen van een relatie met het behandelteam en het leggen van de basis voor de verdere behandeling. De cliënt wordt bekend gemaakt met de aanpak en de programma’s van het FCA, het sociale netwerk wordt in kaart gebracht en het contact met de bij deze cliënt betrokken ketenpartners word opgepakt zodat een sluitend systeem rondom de cliënt ontstaat.
De startfase eindigt met het vaststellen van een behandelplan met concrete doelen en regels dat elke maand geëvalueerd en indien nodig bijgesteld wordt door het behandelteam.
Implementatiefase
In deze fase start de cliënt met de in het behandelplan afgesproken programma’s, interventies en regels, zowel individueel als op groepsniveau en worden beschermende factoren verder uitgebreid. Deze fase is een fase van gewenning waarin vaak de grenzen worden opgezocht waarop met gepaste interventies, technieken en soms sancties wordt gereageerd en waarin (nog) een actieve rol is weggelegd voor de toezichthouder of jeugdbeschermer. Afhankelijk van de medewerking van de cliënt leert deze dat hij/zij de eigen vrijheden kan uitbreiden of verliezen. De behandelrelatie krijgt in toenemende mate een corrigerende dan wel complementerende en daardoor stimulerende plek en de cliënt ervaart de consequenties van gemaakte keuzes. Het belangrijkste behandeldoel in deze fase is dat de cliënt stopt met het plegen van (ernstige) delicten en de behandelrelatie blijft voortduren, ook wanneer een cliënt tijdelijk weer binnen wordt geplaatst.
Deze fase eindigt met een verslag waarin de voortgang van de behandeldoelen wordt geëvalueerd.
Veranderfase
In de veranderfase wordt veel herhaling en oefening geboden met de zich ontwikkelende inzichten, vaardigheden en competenties waarop in de implementatiefase is ingezet. In deze fase bestaat het risico dat de cliënt terug valt in oude, negatieve, gedragspatronen maar is de cliënt ook in staat om hulp en steun te vragen aan en te aanvaarden van het behandelteam. Dit is een fase van volhouden, bijsturen waar nodig en weer doorgaan. De behandelintensiteit kan in deze fase vaak wel worden verlaagd omdat er al een behandelbasis ligt waarop kan worden voortgebouwd, meestal in combinatie met een vaste dag structuur en/of zinvolle dagbesteding.
Afsluit- of onderhoudsfase
In deze fase zal de cliënt in staat zijn om binnen de opgebouwde leef- en dag structuur voort te gaan zonder in aanraking te komen met politie en Justitie vanwege ernstig delictgedrag. Hij/zij kan profiteren van hetgeen in de behandeling is aangeleerd en geoefend. Soms heeft iemand vanwege bijvoorbeeld een verstandelijke beperking en/of ernstige persoonlijkheidsstoornis een aanhoudende ondersteuningsbehoefte. Indien het strafrechtelijk kader eindigt, zal in dat geval de behandeling in het kader van de WLZ kunnen worden voortgezet.
Behandelinterventies
Onze deeltijdbehandeling sluit aan bij de methodiek, programma’s en interventies die binnen de Justitiële Jeugdinrichtingen en gesloten jeugdzorg worden aangeboden. De jongeren kunnen bij het FCA hun behandeling buiten vervolgen. De jeugdige/jongvolwassene krijgt een programma op maat aangeboden (FPM), gericht op symptoombehandeling, het stabiliseren van hun complexe problematiek en gemoedstoestand en voor een verdere positieve persoonlijkheidsontwikkeling.
Download Forensisch Programma op Maat
Deelname aan het FPM sluit aan op de behandeling die wordt geboden binnen de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen omdat onder meer gewerkt wordt met dezelfde behandelprogramma’s waarvoor het FCA licenties heeft verworven. Het FCA werkt met groeps- en individuele therapie en stemt de in te zetten interventies af op de problematiek en ondersteuningsbehoefte van elke individuele cliënt.
Bij de start van zorg wordt bepaald, mede op basis van het plaatsingsbesluit, welke erkende behandelinterventies we inzetten. Hiervoor wordt een behandelprogramma op maat gemaakt. Naast de reguliere dagactiviteiten krijgen jongeren dit behandelprogramma.
Diagnostiek
Bij de plaatsing en indien nodig wordt verdiepings- of proces diagnostisch onderzoek uitgevoerd.
Crisisinterventies
Inzet behandelaar bij acute crisissituaties.
Behandeling gerelateerd aan delictgedrag
Het FCA biedt aan cliënten een delict gerelateerde behandeling in combinatie met behandeling die zich richt op (onderliggende) psychopathologie. De ernst van de problematiek vraagt om veel training en oefening in de praktijk zodat de kwetsbaarheid, impulsiviteit en patronen van pathologie verminderen en het effect van de behandeling wordt versterkt.
Leren van Delict
Een individuele behandeling gericht op het samen opstellen van een delictanalyse en een delictpreventieplan ter voorkoming van het plegen van nieuwe (soortgelijke) gewelddadige delicten. De jongere leert alternatieve gedragskeuzes te ontwikkelen om daarmee te anticiperen op risicovolle situaties waarin de kans op recidive hoog is. Afhankelijk van het verstandelijk niveau van de jongere kunnen herhalingsbijeenkomsten worden ingepland. Het programma bestaat uit twee fases:
- De Delictanalyse (fase 1) Fase 1 bestaat uit minimaal 8 bijeenkomsten
- Veranderings-fase (fase 2). Op het moment dat fase 1 binnen de JJI heeft plaatsgevonden, kan een jongere in fase 2 bij het Forensisch Centrum vervolgen. Een goede overdracht door de LvD therapeut in de JJI naar de LvD therapeut van het Forensisch Centrum is belangrijk. Fase 2 bestaat uit minimaal 12 bijeenkomsten
TOPs!
Een behandelprogramma gericht op het terugdringen van antisociaal en agressief gedrag. Er zijn drie soorten thema’s die tijdens de bijeenkomsten aan bod komen:
- Omgaan met boosheid
- Sociale vaardigheden
- Moreel redeneren.
- Stoppen met criminaliteit
Gericht op het verminderen van risicofactoren en het bevorderen van beschermende factoren aan de hand van de Savry, een risicotaxatie-instrument, speciaal ontwikkeld om het geweldsrisico bij jongeren te kunnen bepalen. Het instrument bevat dynamische factoren en kan daardoor ook gebruikt worden bij het uitzetten van gedragsinterventies in de leefomgeving van de jongere en behandelplanning. De behandeling wordt zowel aangeboden in een groep als individueel. Naast inzicht gevende gesprekken wordt een beroep gedaan op het uitzetten van gerichte acties middels:
Motiverende gespreksvoering
Gedragsinterventie Vrije Tijd; Wat nu?
Gedragsinterventie Werken aan je Toekomst
Gedragsinterventie C®ash
Aan de sla
Behandeling gerelateerd aan psychopathologie
Traumabehandeling (EMDR)
Een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van een schokkende ervaring, zoals een ongeval, seksueel geweld of een geweldsincident. De jongere krijgt behandeling indien EMDR is geïndiceerd. Afhankelijk van de ernst van traumatisering kan EMDR worden toegepast. Een bijeenkomst duurt driekwartier en vindt over het algemeen wekelijks plaats. Een EMDR-sessie wordt in acht stappen gedaan en de therapie kent in totaal 3 fasen.
Brains4Use
Een behandelprogramma voor het terugdringen van problematisch middelengebruik en verslaving. Afhankelijk van het verstandelijk niveau van de jongere kunnen herhalingsbijeenkomsten worden ingepland. Het ambulante programma heeft één tot twee bijeenkomsten per week. Het programma bestaat uit 5 fases waarin wordt toegewerkt naar het voorkomen van terugval in middelengebruik. De fases worden doorlopen aan de hand van maximaal 16 gesprekken bij een normaal begaafde jongere. Afhankelijk van het verstandelijk niveau van de jongere worden er herhalingsbijeenkomsten ingepland. Het ambulante programma heeft één tot twee bijeenkomsten per week.
Een solide basis voor de toekomst
Een behandeling voor kwetsbare jongeren met hechtings- en persoonlijkheidsproblematiek gericht op meer weerbaarheid, het versterken van gevoel voor eigen waarde en sociale competentie. Hierdoor neemt de kans op seksueel risicogedrag, ongewenste zwangerschappen, inadequate relaties en een gebrekkige sociale positie af.
Het ambulante programma bestaat uit drie modules: Ik en Mezelf, Ik en Relaties en Ik en de Maatschappij. Elke module bestaat uit 12 bijeenkomsten.
Overige behandelingen die we in kunnen zetten
- Cognitieve gedragstherapie
- Schematherapie
- Systeem-/gezins-/relatietherapie
Verblijfszorg
Het FCA biedt kleinschalige verblijfszorg aan in een fasehuis in Assen waar maximaal 9 clienten gehuisvest kunnen worden. Er is 24 uur per dag, 7 dagen per week woonbegeleiding in huis aanwezig.
Zelfstandigheidondersteuning
Het woonteam van het Fasehuis biedt zelfstandigheidsondersteuning. Dit betekent dat de jongeren die wonen in het Fasehuis worden ondersteund op verschillende levensgebieden, waaronder persoonlijke zelfverzorging en hygiëne, eten en gezondheid, organiseren van afspraken en nakomen van regels, sociale activiteiten ontplooien en voorbereiden op wonen na het Fasehuis. Ook wordt ondersteuning geboden bij het aanvragen van fondsen en subsidies, regelen van huisartsafspraken, doen van boodschappen en sporten.
Het woonteam staat in nauw contact met het behandelteam en wordt op de hoogte gehouden van specifieke aandachtspunten en afspraken rondom bejegening en leefregels. Het behandelteam is tevens 24 uur per dag en 7 dagen per week telefonisch bereikbaar voor het woonteam en cliënten indien nodig.
Alles onder één dak
Het voordeel van begeleid wonen in het Fasehuis van het FCA, is dat cliënten profiteren van een integrale aanpak, waarbij alle ondersteuning onder één dak aangeboden wordt. Dit verkleint de kans op uitspelen door de cliënt alsmede van behandeluitval doordat de lijnen kort zijn tussen de cliënt, woonbegeleiders en het behandelteam. Daarnaast wordt overvraging en stress tegengegaan omdat cliënten slechts met één instelling te maken hebben en niet (meer) met meerdere hulpverleners van verschillende instanties tegelijkertijd. De kleinschaligheid van de instelling biedt daarbij grote voordelen omdat sneller kan worden ingegrepen bij (signalen van) negatieve ontwikkelingen en gedrag. Behandelinterventies kunnen op korte termijn worden aangepast waar nodig. Het multidisciplinaire behandelteam spreekt op alle niveaus dezelfde taal en de afspraken over bejegening en behandeling worden door het hele team nageleefd.